Dwarse Dichten
Gevecht
Ik zag hoe vluchtelingen hun woede wegslikten
en stikten in hun verdriet.
Ik zag hoe ze hun nagels tot bloedens toe kapot beten
en hoe ze bloednerveus het vel van hun vingers afstroopten
en hoe ze zichzelf verminkten met een mes
en hoe ze hun mond dichtnaaiden.
Ik hoorde mensen zonder verblijfsvergunning
met welzijnswerkers praten om een bestaan af te smeken,
met hulpverleners die best wel aandachtig luisterden
en die zich heel goed konden voorstellen dat “meneer of mevrouw
momenteel een moeilijke periode doormaakt
vol onzekerheid over uw toekomst,
maar u moet goed begrijpen dat ik niets voor u kan doen,
want als ik dat wel zou kunnen,
dan zou ik u zeker gaan helpen,
dat moet u van me aannemen,
maar u moet weten
dat de wetten en de werkdruk en het maatschappelijke klimaat
en de politiek en mijn werkgever
en het bestuur van mijn organisatie en onze subsidiegevers
en mijn buren en mijn familie
en mijn vrouw of mijn man die vindt dat ik meer vrije tijd moet hebben
en ik doe al zoveel voor jullie soort mensen
en mijn vakantie die ik nog steeds moet plannen
en mijn auto die ik naar de garage moet brengen”
en dit en dat en ditjes en datjes.
Ik hoorde ambtenaren
die de regels van het onrecht geduldig uitlegden
en de wanhopigen beleefd aanhoorden
als ze schreeuwden en brulden en jankten en krijsten
en met hun vuisten op tafel sloegen
en weigerden de papieren te ondertekenen
die ze voor de ogen van de staatsdienaren aan flarden scheurden,
omdat ze het verdomden
om als makke schapen door de poorten van de hel te gaan.
Ik hoorde hoe smerissen vluchtelingen uit hun schamele woningen haalden
en over de grond sleepten en aan hun haar trokken
en ik zag hoe de boeien strak en strakker om de polsen
van de papierlozen werden aangetrokken,
totdat hun handen blauwer waren dan de uniformen
van de oproerpolitie
die de bevoorrechten moet beschermen
tegen de weerlozen die niets meer te verliezen hebben
dan eigenwaarde en het besef een mens te zijn
temidden van anderen.
En ik dacht: laten we onze moed bij elkaar rapen.
Laten we in de aanval gaan
en proberen een bres te slaan in het kamp van de tegenstander.
Laten we onze woede en ons verdriet omsmeden tot een wapen,
een stormram die gaat beuken tegen de muur van de macht,
onophoudelijk,
met z’n allen,
met alles dat in ons is,
met alles dat ons beweegt en beroert,
met elke druppel bloed, zenuw, spier, hartklop, zweetplek en rochel
in het smoel van de staat en zijn handlangers.
Dwarsligger
Deportatie voor beginners (les 1 van het terugkeerbeleid)
Welkom, afgewezen vluchtelingen,
of beter gezegd: vaarwel.
Wij, de Nederlandse autoriteiten, gaan jullie eens een lesje terugkeren
leren.
De trefwoorden van deze spoedcursus uitburgering zijn:
vertrekken, verwijderen, uitzetten,
opdonderen, oprotten, opdrijven, opzouten,
uitroken, ontmoedigen,
het leven zuur maken, het mes op de keel zetten,
verwerpen, verbieden, nee zeggen,
ongegrond verklaren, niet-ontvankelijk zijn,
illegaal maken, criminaliseren.
Wie weg moet, moet weg.
Wie weg wil, kan weg.
Wie niet weg is, is gezien
en de minister telt tot tien en dan komt ze jullie halen.
Wie gezien wordt omdat hij of zij niet weg is,
wordt weggestopt in een kamp dat we vertrekcentrum noemen.
Wie gezien wordt, is er gloeiend bij
en wordt weggeholpen en weggebonjourd en weggemoffeld
en weggepest en weggebracht en weggedacht
en weggedragen en weggegooid en weggeruimd
en weggerukt en weggesleept
en weggezonden en weggestuurd en weggevoerd
en weggemaakt en weggevaagd en weggewerkt
en met een wegwerpgebaar weggeworpen.
Wie weg moet gaan, gaat weg
en loopt weg en druipt weg en kruipt weg
en drijft weg en blijft weg en kwijnt weg
en schuilt weg en slinkt weg en zinkt weg en sterft weg.
En nou wegwezen, scheer je weg, maak dat je weg komt!
De minister heeft namelijk besloten.
De minister toont de politieke wil.
De minister wekt geen valse hoop en verwachtingen.
De minister verdient steun voor het streven.
De minister verdedigt het standpunt.
De minister neemt de verantwoordelijkheid
om jullie te dwingen je eigen deportatie te regelen.
Want we kunnen jullie niet allemaal opvangen.
Want het land is te vol.
Want jullie zijn geen echte vluchtelingen.
Want we hebben genoeg aan onze eigen mensen.
Want we kunnen jullie niet gebruiken.
Want we vangen jullie op in jullie eigen regio.
Want we moeten bezuinigen.
Want jullie breken de verzorgingsstaat af.
Want jullie veroorzaken angst en haat voor vreemdelingen.
Want jullie praten te hard op straat.
Want jullie beroven oude vrouwtjes.
Want jullie schieten winkeliers neer.
Want jullie hebben een andere cultuur.
Want jullie passen je niet aan.
Want jullie zijn niet als wij.
Zet daarom op dit papier je handtekening
en verklaar dat je vrijwillig wilt terugkeren,
dus zonder dwang en geheel uit vrije keuze.
Het gaat tenslotte om jullie toekomst,
want hier hebben jullie geen leven.
Hier maken we jullie kapot.
Dwarsligger
De dichter Dwarsligger gaat dit jaar optreden tijdens de Pinksterlanddagen
|